donderdag 15 september 2011

Niks of-of. En-en!

Duurzaamheid. Wat begon als een trend, lijkt inmiddels een opmars naar een nieuwe wereld. Materialisme en overconsumptie maken langzaamaan plaats voor spiritualiteit, creativiteit en natuur. Een plek waar je zo’n ontwikkeling goed kunt zien is het tijdschriftenschap in de supermarkt. Groene bladen die je vroeger slechts vond in de boekhandel -want alleen gelezen door geitenwollen sokken- prijken nu op de eerste rij, naast klassiekers als Libelle en Quote. Ook de Flow en Happinez, bladen die spiritualiteit en innerlijke groei combineren met creativiteit, hebben inmiddels oplagen waarvan het me niet zou verbazen als ze die van de Cosmopolitan voorbijstreven. En onlangs kwam Sanoma met een nieuwe gat-in-de-markt-dichter, met de rake titel Roots: terug naar je wortels in de natuur en in jezelf. Het tijdschriftenschap ademt een duurzame lifestyle.

Wat deze ontwikkeling zo groots maakt is dat het op alle terreinen van de samenleving plaatsvindt, ook al gaat het niet overal even snel. In de Albert Heijn verschijnt elke week een nieuw biologisch product. Grote bedrijven tellen niet meer mee als ze niet kunnen schermen met duurzaam werken en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Kleinere bedrijfjes die zich richten op bewuster leven, schieten als paddenstoelen uit de grond. Jongeren, de zogenoemde generatie Y, verkiezen steeds vaker het volgen van hun hart boven een financiële carrière. Yogascholen en cursussen mindfullness doen goede zaken, net als bedrijfsuitjes in het groen. Termen als zen en meditatie zijn al lang niet zweverig meer. Hippe, bekende mensen starten projecten voor een betere wereld. Vakanties met een authentiek, spiritueel of duurzaam karakter winnen het van het luxe resort aan de costa. Alleen in de politiek zie ik op dit vlak weinig gebeuren, maar dat is niet gek, want een echte verandering vindt plaats van binnenuit. En dat is precies wat er gebeurt. De kern is steeds: verantwoord voor het milieu, verantwoord voor andere mensen én verantwoord voor je innerlijke zelf.

Een ras-cynist zou kunnen zeggen: daar waar we ons voorheen materieel verrijkten over de hoofden van de minder bedeelden en de natuur, doen we dat nu spiritueel. Omdat anderen arm en kwetsbaar zijn en wij rijk, kunnen wij onszelf een goed gevoel geven met maatschappelijk verantwoorde speeltjes. We dragen een peperdure trui volgens de laatste mode en we kunnen onszelf ook nog eens op de borst kloppen over de goede daad die we ermee hebben gedaan. Maar dan denk ik: feit blijft dat een ander, of dat nu iemand aan de andere kant van de wereld is of in de verre toekomst, ermee geholpen is. Maakt het feit dat de gever er zelf ook beter van wordt, spiritueel of materieel, het voordeel voor de ontvanger minder groot?

Wij werden hier in het Westen tot nu toe opgevoed met het principe van of-of. Je hoorde op school of bij de hockeyers, of bij de rockers. Iets was goed of slecht. Je deed iets voor jezelf, of voor een ander. En iets goeds doen voor een ander, dat had dus al snel de smaak van zelfopoffering, wat weliswaar geprezen werd, maar waar maar weinig mensen trek in hadden. Misschien is dat wel de grootste verandering die nu plaatsvindt. Het hokjesdenken maakt plaats voor en-en. We zien dat alles twee kanten heeft en dat je daartussen niet hoeft te kiezen. Daar waar je, met materiële of extern gerichte doelen voor ogen, te maken krijgt met het principe van schaarste, zijn de mogelijkheden van je innerlijke rijkdom eindeloos. Juist als je datgene doet wat werkelijk goed is voor jezelf, als je creëert vanuit zelfbewustzijn, innerlijke groei en kracht, doe je ook goed voor een ander.

Dat is waar de wereld die ik om me heen zie steeds meer naar op weg lijkt. En dat vind ik ongelofelijk hoopvol.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten