maandag 22 augustus 2011

Onderstroom

"Volg de rivier van je leven", zeggen sommigen. "Wees niet bang om tegen de stroom in te zwemmen", zeggen anderen. Wat is wijsheid?

Het antwoord ligt in de onderstroom. Wat plaatsvindt aan de oppervlakte, daarin heb je je zwemslagen te maken, hoe woelig het water ook wordt. De onderstroom is wat gevolgd moet worden, ook al leidt die je soms dwars tegen de stroom in. De onderstroom weet de weg.

woensdag 17 augustus 2011

Slaapgedichtje

Alles is goed
Want de wereld is rond
Er was geen begin
Er er zal nooit een einde zijn

Dus slaap nu maar zacht
En laat je angst gaan
Want na elke wrede strijd
Zal er altijd vrede zijn


Angst om de dondergod boos te maken. Angst voor de hel. Angst voor de toorn van welke godheid dan ook. Een fundamentele angst voor het leven, of het einde daarvan, wordt ons al sinds mensenheugenis ingeboezemd.

Zelf vind ik tegenwoordig veel rust in de wetenschap dat tegenover zwart altijd iets wits staat en tegenover dood altijd leven. Beide horen bij elkaar en beide zijn dus ok. De wereld om mij heen en in mijzelf is niet lineair, met een begin of een einde, maar eerder cyclisch, een altijd doorgaand iets. Hooguit de vorm verandert, maar ontwikkeling is iets moois, want elk afscheid is ook een nieuw begin. De seizoenen, de getijden, ze gaan altijd voort. Mijn leven houdt ooit op, maar het grote geheel waar ik deel van uitmaak, blijft. Dus wat er ook gebeurt en hoe dat ook voelt, het komt, het is, altijd goed.

woensdag 10 augustus 2011

Waarom welke therapeut?

Steeds meer mensen hebben ergens in hun leven psychologische hulp nodig. Maar niet iedereen is gebaat bij dezelfde soort therapie. Als je ooit hulp nodig hebt, is het even goed zoeken naar de therapeut en de therapie die bij je past. Dat is een individueel iets, maar toch wil ik graag delen waarom voor mij achteraf gezien de reguliere psychologie nooit gewerkt heeft en de Jungiaans analytische therapie wel. Veel mensen kennen die laatste namelijk niet.

De reguliere psychologie is grotendeels gebaseerd op de wetenschap. Die wetenschap doet simpel gezegd onderzoek in de werkelijkheid naar de ultieme waarheid daarover, zodat het er een formule of theorie op los kan laten die altijd geldt. Alle schapen zijn wit, zolang we geen zwart schaap zijn tegengekomen. Maar aangezien de werkelijkheid nu eenmaal niet zo eenduidig is en ook bruine en beige en bemodderde schapen voorkomen, lukt het niet altijd om zo’n ultieme theorie vast te stellen. En daarvoor heeft de wetenschap een oplossing bedacht: de statistiek. Brrr, ik had er tijdens mijn studie al een bloedhekel aan en wie niet? De werkelijkheid wordt benaderd aan de hand van gemiddelden en standaarddeviaties. Voor bepaalde, algemene zaken heel handig. Maar niet voor de psychologische ondersteuning van een individu.

Natuurlijk kijkt een reguliere psycholoog ook naar het individu en past hij de theorie die hij heeft geleerd toe op de realiteit die hij voor zich heeft. Maar de ruimte daarvoor is beperkt. Want maatwerk kost tijd en tijd is geld. De verzekeringsmaatschappijen die dat geld moeten betalen, houden dat liever beperkt, tot de maximale vergoeding van acht sessies om precies te zijn (basis zorgverzekering 2011).

Om diezelfde financiële reden wordt in de reguliere psychologie vooral gewerkt met cognitieve therapie, een therapie die zich vooral afspeelt aan de oppervlakte en zich richt op verandering van het problematische gedrag. Bij depressies en angststoornissen wordt, weer om dezelfde reden, vaak gegrepen naar medicijnen. Natuurlijk, wetenschappelijke onderzoeken hebben uitgewezen dat die therapie en medicijnen in veel gevallen helpen. Maar wat is helpen?

Medicijnen nemen symptomen weg. Dat is mooi. Maar elk probleem heeft een oorzaak. Een psychisch probleem heeft een psychische oorzaak. Angsten zijn ontstaan in je verleden, niet door biologische processen in je hersenen. Dat ze te lokaliseren zijn in je hersenen, betekent niet dat ze daar ook veroorzaakt zijn. Hetzelfde geldt voor depressie. Dat los je met medicijnen dus niet op, je onderdrukt het alleen. Natuurlijk kan het in extreme situaties nodig zijn om eerst de situatie tot bedaren te brengen. Maar het lijkt me toch, dat vervolgens werk aan de winkel is om terug te gaan naar de oorzaak en van daaruit het probleem op te lossen. Anders leef je niet je eigen werkelijkheid, maar één onder invloed van een medicijn. Mijn depressie kwam keihard terug nadat ik een tijdje gestopt was. Niet gek, want als je de symptomen niet voelt, is het veel lastiger om het onderliggende probleem op te lossen. Depressie is een belangrijk signaal van je lichaam, dat serieus genomen moet worden en niet weggestopt.

Ongeveer hetzelfde geldt voor cognitieve therapieën. Je leert je gedrag aanpassen, maar van binnen, in de kern van het probleem, verandert er niets. Daar is niets mis mee, voor veel mensen is dat prima en voldoende. Maar voor mij was het dat niet. Soms is er dus meer nodig.

Nadat ik meerdere malen ben vastgelopen in mijn leven en er ondanks pogingen van psychologen en antidepressiva niets werkelijk verbeterde, kwam ik via een collega terecht bij een Jungiaans analytisch therapeute. Daar begon de reis van mijn leven, de reis naar binnen. Individuatie noem je dat: worden wie je werkelijk bent achter het masker van wat je is aangeleerd.

Ik leerde de oorzaken kennen van het gedrag dat me steeds in de problemen bracht: een hele verzameling minitrauma’s uit mijn jeugd. Schokkend was dat. Daarmee leren leven was een proces op zich. Maar het was noodzakelijk om me los te kunnen maken van het afhankelijke kind dat ik nog steeds was. Om te kunnen beginnen met volwassen worden. Ik leerde de overtuigingen kennen waar ik me tot dan toe niet bewust van was geweest, maar die me onbewust steeds beslissingen lieten nemen en dingen lieten doen, waar ikzelf eigenlijk helemaal niet achter stond. Ik leerde wie ik was en wat ik wilde, voorbij alles wat ik dacht te moeten en alle regels en normen die me waren aangeleerd. Een gezonde tiener gaat in haar puberteit al op zoek naar haar eigen waarheden, maar daar was ik te bang en onzeker voor, waardoor ik vast was blijven zitten in het keurslijf van een jurk die me niet paste. Een voor een ben ik de lagen angst en zelfbescherming gaan afpellen die ik om me heen had opgetrokken. Dat ging gepaard met veel pijn en verdriet en nog meer angst. Maar hoe dieper ik kwam, des te beter het werd en ik wist vanaf het eerste moment dat ik op de goede weg was. Vanaf de eerste sessie veranderde er iets in me. Dat had ik tot dan toe nog nooit meegemaakt.

Voor mij werkte het niet om bijgespijkerd te worden naar de maat van wetenschappelijke gemiddelden. Ik had al te veel last van alle normen waar ik aan moest voldoen. Ik had het nodig om zelf te ontdekken wat mijn waarheid was, van binnenuit. Ik moest leren voelen en het contact herstellen met mezelf. Dat heeft veel tijd gekost en heel veel geld, want zelfs dure aanvullende verzekeringen vergoeden maar een deel van zulke ‘alternatieve’ therapie. Maar het is elke cent dubbel en dwars waard geweest en ik had er nog heel wat meer armoede voor over gehad. Het gevoel steeds meer jezelf te worden is letterlijk onbeschrijflijk. Innerlijke rust, vertrouwen in jezelf en het leven en verlost zijn van het lijden van angst en depressie, zijn niet in geld uit te drukken.

Doordat deze therapie mij zoveel gebracht heeft, zou ik het liefst de hele wereld in Jungiaans analytische therapie sturen. Maar dan zou ik dezelfde fout begaan als de wetenschappers waar ik het net over had. Een mens is nu eenmaal een individu en ieder individu is anders en heeft iets anders nodig. Er is niet één algeheel geldende waarheid. Maar weet in elk geval dat er ook in therapieland een keuze is en dat Jungiaans analytische therapie een zinvolle optie kan zijn.

En mocht je toch liever vertrouwen op de wetenschap: er zijn ook wetenschappelijke onderzoeken die hebben aangetoond dat analytische therapie in veel gevallen betere resultaten geeft.





Lichtje in mijn buik

Vóór mijn burnout bestond ik alleen uit een hoofd. Mijn leven werd bestuurd vanuit de bovenkamer. Mijn lichaam bungelde er zo'n beetje bij. Een lichaam was immers alleen bedoeld voor uiterlijkheden. En aangezien het voor dat doel in mijn ogen niet voldeed, bestond het gewoon niet. Een lege huls, lelijk en lastig.

Als ik dit zo schrijf voel ik een immens verdriet om wat ik mezelf al die tijd heb aangedaan. Hoeveel ik mezelf te kort heb gedaan door simpelweg de helft van wat en wie ik ben te negeren, te ontkennen, te verwaarlozen. Ik bestond maar half, hoe erg en zonde is dat?

Door de burnout heb ik geleerd wat de werkelijke betekenis van mijn lichaam is. Wat, samen met al die prachtige, ingenieuze, biologische en scheikundige mechanismes, een hele belangrijke functie van mijn lichaam is: voelen! Er is zoveel te voelen in je lichaam en in die gevoelens schuilt zoveel wijsheid. Mijn lichaam bleek mijn beste raadgever, mijn beste vriend(in) en de wederhelft die ik altijd heb gemist. Door een liefdevolle, respectvolle relatie aan te gaan met mijn lichaam, ben ik niet meer half, maar heel.

Er is één gevoel wat alle andere overtreft. Gaandeweg mijn herstelproces ontdekte ik een gevoel in mezelf wat nog het beste te omschrijven is als thuis, als mijn basis, als mijn allerwezenlijkste ik. Als ik contact maak met dat gevoel, kan de hele wereld vergaan, maar dan nog ben ik niet bang en weet ik dat het goed komt. Natuurlijk lukt dat niet altijd, want allerlei emoties en gedachten zitten vaak in de weg. Maar naarmate ik steeds meer afreken met mijn angsten en aangeleerde negatieve overtuigingen, kom ik steeds makkelijker bij dat rustige, vertrouwde gevoel.

In de eerste weken nadat ik het ontdekt had schreef ik er het volgende gedichtje over:


In mij schijnt sinds kort een lichtje
Ik weet dat het er is, zonder dat ik het zie
Het rust in mijn buik als een heel licht gewichtje
Als een zacht gloeiend balletje energie

Dat lichtje heeft er niet altijd gezeten
Eerst was er alleen een heel leeg en diep gat
Dat zat er zo lang dat ik bijna was vergeten
Dat ik vroeger als kind al zo’n lichtje bezat

Het leven is eng als het licht plotseling uit kan
Als achter de wolken niet altijd iets schijnt
Zelfs de liefde is nooit helemaal veilig dan
Want wat als ook dat vlammetje weer verdwijnt?

Nooit meer ben ik bang om iets kwijt te raken
Voortaan is er altijd wat er al was voor ik begon
Niet bang meer om te falen of fouten te maken
Want in mijn buik schijnt voortaan altijd de zon


Dit lichtje is het mooiste cadeau dat ik ooit in mijn leven had kunnen krijgen! Voorheen was ik een bodemloze put waar ik steeds weer in verdween. Nu heb ik een bodem, stevige grond onder mijn voeten. En dat leeft stukken fijner!

dinsdag 9 augustus 2011

Je behoefte doen

In ons Calvinistische landje is moeten altijd een belangrijke drijfveer geweest. Dat wat hoorde, dat wat van je verwacht werd, dat deed je. Een ander dan jij bepaalde wat er gebeurde. Met de groeiende welvaart kwam er een tegenhanger: dat wat je zelf wilde, dat waar je zin in had. Zin en plicht waren voor mij altijd de belangrijkste motivaties in mijn leven. Sterker nog, doordat ik heel veel dacht te moeten (lief, leuk, aardig, mooi, slim en vooral perfect zijn), wilde ik ook heel veel doen waar ik zin in had. Maar er ontbrak een belangrijke derde: mijn behoefte.

Behoefte gaat over dat wat je nodig hebt om zowel lichamelijk als geestelijk gezond en in balans te blijven. Het is geen kwestie van moeten in de zin van hierboven, maar er zit wel een zekere noodzaak in. Want als je niet in je eigen behoeften voorziet, word je uiteindelijk ziek. Het is voor iedereen duidelijk dat je ziek wordt als je niet voorziet in basisbehoeften als gezond eten en bescherming tegen de kou. Maar in onze jachtige, patrilineaire, kapitalistische en rationele maatschappij, waarin we zoveel moeten en willen, worden andere behoeften nogal eens over het hoofd gezien. En dan krijg je bijvoorbeeld een burnout.

Behoefte is óók geen kwestie van zin hebben, al worden die twee nogal eens verward, in elk geval voorheen door mijzelf. Zin hebben gaat al snel over leuk of lekker of prettig. Zin gaat over geneugten en pleziertjes, iets wat redelijk aan de oppervlakte plaatsvindt. Het effect ervan is vrij vluchtig. Behoeften daarentegen komen uit een diepere kern, een meer wezenlijk deel van jezelf. Als in je behoeften niet wordt voorzien, word je ongelukkiger dan wanneer je je zin niet krijgt. En van wél voorzien in je behoeften, word je duurzamer en op een dieper niveau gelukkig. Je wordt dan tevreden, daar waar het krijgen van je zin vaak alleen maar doet verlangen naar meer.

Voorzien in je eigen behoeften wordt je in onze cultuur eigenlijk nergens geleerd. Geen wonder dat veel mensen geen flauw idee hebben van hoe je dat eigenlijk doet. Wat hun behoeften überhaupt zijn en hoe ze die kunnen signaleren. Zo ook in mijn geval. Ik moest een burnout krijgen en in therapie om het te leren. Niet dat mijn therapeut me vervolgens vertelde wat mijn behoeften waren. Nee, ze leerde me hoe ik ze zelf kon ervaren. Door me iets te leren doen wat in onze cultuur ook niet bepaald belangrijk gevonden wordt, namelijk: voelen. Of nee, eigenlijk was het vooral mijn burnout die me dwong te voelen. Mijn therapeut hielp me om die gevoelens te leren interpreteren, begrijpen, respecteren en communiceren.

En o wat heb ik gevoeld! Alle behoeften die ik jarenlang in mijzelf genegeerd had, kwamen tijdens mijn burnout naar boven in de vorm van hele heftige angsten en letterlijk verstikkende spanning. Logisch, als ik er achteraf op terugkijk, want het waren nogal wat behoeften die ik, onbewust, verwaarloosd had. De behoefte om zonder schuldgevoel en minderwaardigheidgevoelens mezelf te mogen zijn. De behoefte om mijn creativiteit te ontwikkelen, zonder angst om te falen en zonder steeds te moeten presteren of perfect te zijn. De behoefte om liefde te kunnen geven én ontvangen, wederom zonder steeds die schuldgevoelens en het idee tekort te schieten. De behoefte om mezelf op zijn tijd te uiten, ook als die emoties voor anderen minder prettig zijn. De behoefte om alles te voelen wat ik als gevoelig mens nu eenmaal voel en om die gevoelens ook te erkennen. De behoefte om vanuit vertrouwen te leven, in plaats vanuit angst voor het leven. De behoefte aan echt contact met anderen, zonder de angst niet goed genoeg te zijn. Maar ook 'gewoon' de behoefte aan lichamelijke en geestelijke rust, die steeds maar het onderspit moest delven ten opzichte van alles wat ik dacht te moeten en willen.

Veel mensen die mij kennen zullen met verbazing denken dat ik toch juist vaak deed wat ik wilde. Ik was immers die stoere griet die alleen op reis ging en vol passie aan kitesurfen deed. Maar daar heb je het al, dat zijn dingen waar ik zin in had. En ik ging daar vol in, juist ter compensatie van al die onvervulde behoeften. In je eentje op reis gaan is misschien wel dapper. Maar ondertussen was ik doodsbang om tegen mijn geliefde te zeggen dat ik even geen, of juist wel, behoefte had om te knuffelen. Zoiets kleins, maar toch veel wezenlijker dan een rondreis door Spanje. Ik deed misschien wel vol overgave aan een extreme sport, maar dat was alleen maar een excuus om niet mijn werkelijke dromen waar te hoeven maken. Terwijl ik daar ten diepste behoefte aan had, maar wat ik niet durfde uit faalangst en uit angst om uit mijn zekerheden te verliezen.

Het is een heel proces geweest om te leren luisteren naar mijn behoeften. Voelen was lange tijd vooral eng en bedreigend. Ik was immers mijn hele leven al gewend om alles wat niet fijn voelde te verdoven met wat er maar voor handen was, of dat nu snoep, verliefdheid, de tv of kitesurfen was. Maar tijdens mijn burnout kon ik simpelweg niet meer anders, want als ik afleiding zocht van mijn gevoelens, werden ze door al die extra prikkels alleen maar nog heftiger, tot paniekaanvallen met hyperventilatie aan toe. Ik werd dus gedwongen om ze te ervaren, om erbij te blijven en er niet voor weg te lopen. Erkenning van die gevoelens en dus ook van mijn behoeften bleek heel belangrijk.

Erkenning gaat verder dan alleen voelen. Het betekent ook naar die gevoelens luisteren, ze respecteren. Het betekent rust nemen als je lichaam daarom vraagt, ook al heb je geen zin. Ook al vind je dat je je partner moet helpen met het huishouden. En ook al voel je je nog zo schuldig als je wéér ongezellig niet mee doet. Het betekent afrekenen met dat schuldgevoel, want je hebt geen schuld. De grenzen die je lichaam aangeeft (behoefte aan rust is tegelijkertijd een grens) zijn niet onderhandelbaar. Dat vergt dus ook betere communicatievaardigheden: je grenzen aangeven aan een ander, op zo’n manier dat die ander ze ook kan respecteren. Ik raakte bijvoorbeeld nogal eens geïrriteerd en gefrustreerd, wat eruit kwam met vele tranen en een hoop drama. Maar dat was altijd omdat ik in een eerder stadium verzaakt had om mijn behoeften en grenzen aan te geven, vaak omdat ik dat niet durfde uit schuldgevoel. Het moge duidelijk zijn dat die irritatie en tranen vele malen vervelender zijn voor de ander en voor jezelf, dan een duidelijk: dit kan of wil ik nu even niet.

Ik heb uiteindelijk grote beslissingen genomen in dienst van mijn behoefte. Ik heb mijn huis, waar ik met hart en ziel was gaan wonen, na een jaar al verkocht, omdat het niet voorzag in mijn behoefte aan rust en privacy. Ik heb ontslag genomen van mijn werk, om in mijn tempo en op mijn manier te kunnen herstellen. Vooral dat laatste is een enorme overwinning geweest op mijn schuldgevoel over het aanvaarden van de hulp van mijn lief. Maar de behoefte om te doen wat mijn lichaam nodig had, was sterker.

Grote beslissingen, maar het begint allemaal met voelen. En voelen doe je maar op één plek: in je lichaam. Net zoals je pijn kunt voelen, of emoties, of angst, of vlinders, of genot, of voorgevoelens, of je intuïtie, of verlangens of wat dan ook. Er is zoveel te voelen en het is zo belangrijk. Maar hier in het Westen leren we vooral ons hoofd te gebruiken. Rationele, liefst wetenschappelijk onderbouwde feiten gelden als argument, gevoelens niet. Maar hoe kun je in je eigen behoeften voorzien, hoe kun je voor jezelf zorgen, als je niet kunt voelen wat je nodig hebt? Als je je gevoel, de enige communicatiemethode van je lichaam en je ziel, niet serieus neemt?

Des te minder we in contact staan met ons diepere gevoel, des te meer lijken we te grijpen naar oppervlakkigere sensaties ter compensatie daarvan: mooie spullen die onze ogen verwennen, snoep en snacks die onze tong strelen, bijna letterlijk oorverdovende muziek, nieuwe ervaringen en drugs waar we kicks van krijgen en een berg oppervlakkige aandacht en afleiding via iphones en internet. Maar dat zijn allemaal geneugten. Die zijn op zijn tijd natuurlijk hartstikke prima, ze horen er ook bij. Maar voor mij kunnen die kortstondige shotjes geluk nooit meer vervangen wat mijn burnout me heeft geleerd: leven vanuit mijn behoeften, vanuit mijn gevoel, vanuit mezelf. Want niet in het krijgen van mijn zin, maar in zorgen voor mijn behoeften, met vallen en opstaan, schuilt mijn ware geluk.